Exact een jaar geleden ging de kogel door de kerk. Stoppen met werken, pensioen naar voren en verhuizen naar Italië. Emigreren vonden we toen nog een groot woord voor onze plannen. We hadden daar al een huis, dat zouden we verduurzamen en meer geschikt maken voor permanente bewoning. Inmiddels is het een jaar later. Over 56 dagen trekken we de deur achter ons dicht. We proppen de laatste dozen in de auto en vertrekken naar onze stek in La Bussola, Italia!
We rijden niet naar het huisje dat we al hadden. Want we kochten twee dagen ná ons besluit het huis dat we al tien jaar eerder hadden gezien. Het andere huisje is verkocht, ook ons huis in ons mooie kustdorp heeft een andere eigenaar. We wonen nu in een tijdelijk huurappartement, waar we alleen Netflix kunnen vinden op de televisie. En ach, Formule 1 kijken op je laptopje heeft ook wel weer wat.
Bij het sorteren van de spullen die ik nog dacht nodig te hebben voor de laatste periode in Nederland, was ik misschien toch nog te gulzig. Ik heb voor onze ‘laatste’ reis namelijk een quotum opgelegd gekregen van vier verhuisdozen, voor kleding én schoenen. En dus moet ik weer heel streng zijn: wat mag mee, wat blijft hier.
Datzelfde geldt voor de keukenspullen. De jaren ’50 voorraadblikken die ik van mijn moeder kreeg, die moeten mee. De espressomachine: mee! Het messenblok, de fluitketel, de theepot: mee naar Italië. Net als de bekers die ik kreeg van een liefste vriendin, en die mooie mozaïekschaal.
We hebben nog 56 dagen om alles nog eens grondig door te lopen. Wat moet er écht mee, wat kan gewoon weg, en wat kan eventueel hier nog even opgeslagen worden. Zesenvijftig dagen om afscheid te nemen van het leven dat we hier hebben.